
Vroeger [ik laat in het midden hoeveel vroeger] speelden wij met een vast clupje het edele monopolyspel. Het spel van kopen, beleggen, verdienen of failliet gaan.
Het spel bevatte een flinke bundel geld, maar toch kwamen wij altijd geld tekort. En dat het bankbiljet met de hoogste waarde slechts 1000 gulden was vonden wij al helemaal niets. Wij wilden echt groot zaken doen, weet je wel.
Dus vonden we daar iets op: we gebruikten pen en papier om ons eigen geld erbij te maken. Zo ontstonden er biljetten van 2500, 5000 en 10.000 gulden. Maar na enige tijd bemerkten we, dat het spel zijn ware karakter aan het verliezen was. Waar Monopoly, al is het dan maar een spel, voorschrijft, dat je slim en verantwoord je geld in straten, huizen en hotels moet beleggen en daarnaast moet vertrouwen op het geluk van “the tumbling dice” werd het spel met die eigen gemaakte bankbiljetten meer een geschuif van geld van A naar B. Waarbij A of B soms zoveel geld had dat hij het hele speelbord 10x kon opkopen. Ons monopoly-spelsysteem bleek dus uiteindelijk onwerkbaar.
Een zelfde soort spelsysteem, maar dan iets grootschaliger, hebben politici, economen en geldjagers en –bezitters vanaf midden jaren 90 ook gehanteerd. Waar tot die tijd de edelmetalen regel gold, dat valuta altijd gedekt moesten zijn door een gewogen en gewaardeerde goudvoorraad, werd medio jaren 90 besloten van die koppeling af te stappen.
Waarbij het in principe voor elk land mogelijk werd om ongelimiteerd geld aan te maken en te distribueren. “Ongelimiteerd” moet ik iets nuanceren, want er werden door de betrokken partijen wel afspraken gemaakt over een zekere mate van controle op de valutamarkt.
En wereldwijd werden de valuta gekoppeld aan de waarde van de toen almachtige dollar.
Maar ja, iedereen weet dat er een hemelsbreed contrast bestaat tussen controle en handhaving. En de dollar ligt inmiddels aan het infuus. Daar is immers de huidige situatie het bewijs van?
En zo groeide met de jaren de hoeveelheid geld op de mondiale markt tot extreme omvang.
Het Westen profiteerde daar het meest van en beleefde een enorme welvaartsgroei. De materiele welvaart nam exponentieel toe, gefinancierd met geld, wat maar door de Centrale banken en de zakenbanken in de markt werd gepompt. Het kon niet op.
Maar net als bij dat spelsysteem van ons kwam ook hier onvermijdelijk het moment, dat er scheefgroei ontstond. De hoeveelheid geld staat niet meer in verhouding tot het spelbord.
Een oplossing werd gevonden in het eindeloos opwaarderen van de straten en de huizen op het spelbord. Waarachter de simpele redenering schuilt, dat als je het duurder maken van goederen e.d. maar gelijk op laat lopen met de toename van de hoeveelheid geld in de financiele markt er geen stront aan de knikker komt. Je zou dan eindeloos kunnen blijven doorspelen.
De financiele crisis van dit moment bewijst wel, dat het huidige systeem zichtzelf aan het opblazen is. En ik vrees met grote vrezen, dat er weinig mensen zijn die een oplossing zien voor het enorme probleem waar we allemaal voor komen te staan. Geen oplossing nee, want anders zou men niet kiezen voor het krampachtig vasthouden aan het bestaande spelsysteem. Door de Federal Bank [US] maar 700.000.000.000 nieuwe dollars te laten printen, door de ECB [Europa] honderden miljarden nieuwe euro’s te laten tekenen en uitknippen; beiden bedoeld om in ieder geval de geldstromen in gang te houden.
Nederland speelt, samen met Belgie en Luxemburg, in de Fortis-case weer eens klein Amerika. Zo maar ineens trekt Wouter Bos 4 miljard euro uit zijn zak, daarbij gesteund door de instantie die eigenlijk toezicht zou moeten houden de NedBank, om Fortis overeind te houden.
Is er eigenlijk iemand die zich afvraagt waar al dat [monopoly]geld vandaan komt? En daaraan gekoppeld de vraag: is er eigenlijk wel iemand die zich afvraagt waar dit allemaal naar toe gaat?
En kwaad, ja echt kwaad maak ik me als ik de hoofdrolspelers in het spel hoor zeggen, dat het allemaal gedaan wordt om ons zoveel mogelijk te beschermen. En dat wij als belastingbetaler ineens [er is ons nooit gevraagd of we dat wel wilden] aandeelhouder van Fortis zijn geworden. Grotere bullshit bestaat er toch niet.
Er zijn maar een beperkt aantal gluiperds, die zich de krampen lachen. De gluiperds, die er een complete bende van hebben gemaakt door aan het handelen in lucht enorme kapitalen te verdienen. De gluiperds, die de politiek al jaren en jaren weigert aan te pakken om hun excessieve inkomens. Die verliezen vrijwel niets, want zij hebben hun financiele straatje allang schoongeveegd, voordat wij te horen krijgen dat er dus wel stront aan de knikker is.
[Eigenlijk zou je die gluiperds economische oorlogsmisdadigers kunnen noemen.]
En voor die berg stront mogen wij nog eens betalen ook. Wel met monopolygeld, maar toch.